De vlam en de toppertjes,

Zaterdag 19 juni a.s. brandt de Hel van Wageningen weer los. De Hel ook wel bekend als de Jan Janssen Classic voert ons door West Gelderland en over de Veluwezoom en mag op de komst van vele prominenten rekenen. Hennie Kuiper, Gerrie Knetemann en Jan Janssen zullen erbij zijn om er maar een paar te noemen. (zie: www. tcw79. nl). Ook diverse tandems zullen zich een weg door de Hel banen. Jan Mulder heeft hem in zijn programma staan.
Waarom deze tocht zo genoemd wordt, Joost mag het weten. Vorig jaar vond ik het goed toeven in de Hel. Maar ieder seizoen is anders! In elk geval, halfweg komen we bij Oosterbeek het bos uit en fietsen we langs revalidatiecentrum Groot Klimmendaal Arnhem. Tot januari werkte ik daar op verschillende afdelingen. Regelmatig moest ik vrij vragen om te kunnen fietsen. Als dat weer gelukt was liep ik vanuit het kamertje van chef Ligthert naar een huiskamer, waar zuster Petra mij dan steevast toeriep: toppertje!, meestal gevolgd door een: doeiii Petra!!!

De vraag dringt zich op wie zijn er nou eigenlijk toppertjes en waarom.
Laten we de prestaties van Jan Mulder eens vergelijken met die van Joop Zoetemelk, vorig jaar tot absolute renner van vorige de eeuw uitgeroepen. Gewaagd, want Jan heeft terecht een bloedhekel aan vergelijkingen van tandemrenners met solofietsers. Het gaat om 2 wielerdisciplines die mijlen ver uit elkaar liggen.
Maar toch, een interessante parallel tussen Zoetemelk en Mulder dringt zich op. Joop haalde zijn eerste echte goud in 1968 op de Spelen van Mexico, hij was toen al een tijdje aan het fietsen. Tellen we door naar zijn zege in de Tour van 1980, dan tellen we twaalf jaren. In al die jaren leverde Zoetemelk in zijn discipline topprestaties met naar mijn idee een absolute piek in de rit naar de Puy de Dome in 1979. Omdat hij continu presteerde is er sprake van hegemonie en dominantie van Joop in zijn discipline.
Hetzelfde geldt voor Jan Mulder binnen zijn discipline van het tandem wielrennen. Beginnen we te tellen in 1992 toen Jan in Barcelona zijn eerste echte goud won, dan zijn we nu bijna 12 volle jaren verder en kan Jan Mulder met een gouden plak in Athene ' de Joop Zoetemelk ' status in het tandemwielrennen bereiken. De overeenkomst: 12 jaar aan de top in de discipline, het verschil: Joop is al binnen en Jan nog niet. Maar het kan!
In Athene!
Gelooft u deze redenering niet, klikt u dan eens op het vakje Palmares op deze site en u zult zien dat de hoeveelheid 24 karaats eremetaal van Mulder niet onder doet voor die van Joop Zoetemelk.
Maar die jongens rijden in het tandem wielrennen toch kortere afstanden dan een Zoetemelk in de tour? Op zich waar maar in feite zegt het niks. Het gaat om de winst aan de meet, of men nu 1 of vier, vierhonderd of vierduizend kilometer rijdt. de eigen geliefde afstand winnend afleggen dat maakt van een bescheiden renner nou precies een toppertje. En de meeste toppertjes zijn meestal slechts specialisten op 1 specifieke afstand. Zou Zoetemelk ook een goede tandemrijder zijn? Waarschijnlijk wel, hij was behoorlijk allround. Maar lange niet alle profs zullen goede tandemrijders blijken te zijn. Sterker, de meeste zullen er uitgereden blijken te worden door het huidige veld specialisten. Tandemen is gewoon een specialisme met aparte vaardigheden die je moet ontwikkelen, net zoals klimmen of sprinten in het solowielrennen ook niet voor een ieder zijn weggelegd. Alleen Mulder heeft ze optimaal ontwikkeld en kan dus op korte termijn de Zoetemelk status verdienen, voor de rest van het veld rest slechts noeste trainingsarbeid!
Inmiddels brandt de (wieler)vlam niet alleen in de Hel van Wageningen maar ook als Olympisch vuur. Op 23 juni zullen o.a. Moniek Velzeboer en de Kneet zelf de olympische fakkel begeleiden naar het oude Olympisch stadion in Amsterdam. Tegen die tijd pakken we daar dan deze column weer op met aandacht voor o.a. Jacobus Willems en ander Olympisch goud en de eerste tour voorspellingen van het Orakel van Delphi. Vanaf mijn zetel hier brom ik nu al dat Bradley McGee of David Millar de tourproloog gaan pakken.