Over de wet van Rikus = de wil om te winnen

Het is zaterdag 25 augustus. In een boerderij in Twello vind ik mezelf terug:
Ik ben bezig me om te kleden. Ik trek een heus wielertenu aan.
Vandaag doen we met veertien tandems mee aan een heus Nederlands kampioenschap. En… Zoals dat bij een kampioenschap hoort, zijn de tenues gesponsord, enwel door Boretti!.
(De NTFU maakte vorig jaar publiciteit rond haar betrokkenheid bij de gehandicaptensport. Vandaag manifesteert die sport zich tijdens een NTFU-evenement.)
Jan Mulder organiseert voortdurend activiteiten om het sportieve tandemrijden te promoten. Uit zijn adressenbestand zijn twaalf tandems gevormd.
Hun niveau varieert:
Eén tandem bestaat uit mensen die vandaag voor het eerst rijden; maar het bestand van Jan bevat ook heuse wereldkampioenen.
De NTFU, de organisatie die juist nooit wedstrijden organiseert, schrijft vandaag haar kampioenschap uit:
Welke toerclub is het best in staat om een tevoren aangegeven gemiddelde snelheid vast te houden?

Constant rijden is op een tandem heel lastig:
* Een bocht kan vaak niet worden “aangesneden”.
* Na elk opstakel moet weer worden aangezet.
* Het gewicht van een tandem maakt het dan weer lastig om op snelheid te komen.
Fel remmen en daarna sterk aanzetten:
Ieder tandemkoppel zou zich moeten bekwamen in constant rijden.

Als we zijn weggeschoten, doet de wet van Rikus opgeld. Rikus is een kennis van mij die stelt:
Zet mannen aan de koffie en ze zitten rustig te praten; maar… zet je ze op een racefiets is alle rust meteen verdwenen en.. Willen ze alleen maar voorop rijden.
De entourage van het kampioenschap heeft grote invloed:
We rijden vandaag als betrof het een ploegentijdrit.
(Bij de eerste controle deden we eenendertig kilometer in vijftig minuten; iets waar ik behoorlijk trots op kan zijn.
Nadat we over deze prestatie horen, stormen we terug naar Twello.
Daar is het programma overhoop gehaald:
Binnen een half uur na aankomst moeten we weer weg zijn!
(Tijdens dat half uur heb ik niet veel te zeggen.)
Bij de start voor de tweede lus zit ik niet goed op mijn fiets.
Voorrijder Bram brandt:
“ Man schiet toch op!”
Ik mok nog even:
“ Het ging vandaag toch over toeren?”

Ik denk dat we onszelf tekort hebben gedaan:
Toeren is iets anders dan wedstrijd rijden. Toeren is recreatie; recreatie is leuk. Technisch tandemrijden is lastig:
Hoe snijd je een bocht aan?
Hoe houd je de snelheid van een betrekkelijk zware tandem constant?
Hoe maak je effectief gebruik van het versnellingsapparaat?
Ik denk dat Jan Mulder ons hierover nog veel kan leren.
Maar ik denk ook dat de formule van deze wedstrijd te complex is:
Een start en een eindstreep vormen samen een wedstrijd. De grote rol die de klok vandaag speelde, maakte deze wedstrijd te ingewikkeld.
Wij bouwden hem daarom maar om tot een onderlinge race.
En omdat Bram en ik beide keren als eerste tandem terug waren, voelen wij onszelf de winnaars.
Weten toerfietsers wel echt wat een fantastisch gevoel het is om een wedstrijd te winnen?
Weet Rikus wel hoezeer hij gelijk heeft?

Gerben de Boer